top of page

1 Korintiërs

Iedereen een creatieve Geest

Exodus 31,1 & 1 Korintiërs 12,7 | Bevestiging ambtsdragers

Serie:

Almkerk-Werkendam

zondag 29 mei 2022

Als uw predikant wil ik het goed doen. Ik wil de gemeente voorgaan in het leven met onze God. Maar daarin struikel ik regelmatig. Ik zondig tegen God en ook tegen u. Want soms zeg ik dingen waarmee ik mensen kwets. Ik kwets broers en zussen in plaats van hen op onze liefdevolle God te wijzen. Ik kwets broers en zussen in plaats van hen met open armen Gods uitnodiging, Zijn liefde te vertolken. Ik laat dingen na, waardoor mensen zich niet gehoord, niet gezien voelen. Nog meer gekwetst. Lieve broers en zussen, daar heb ik echt verdriet over. Want ik wil het goed doen, als uw predikant. Maar zo vaak breekt het ook mij bij de handen af. Daarvoor wil ik hier schuld belijden en vergeving vragen.

Ik heb soms de neiging om de boel te forceren in mijn preken: ‘Zo moet u, zo moet jij het doen!’ Die stem klinkt ook vaak in mijzelf: ‘Ronald, zo moet jij het doen!’ Maar het levert me vaak vooral een groter schuldgevoel op, dan dat het me verder helpt.


Waar ik naar verlang is naar een bloeiende, rijke gemeente. Daarvoor zie ik in u, in jullie zoveel potentie! Nee, meer nog: ‘Ik zie het al gebeuren.’ Ik zie het in broers en zussen die ondanks een onveilig gevoel toch naar de kerkdienst komen. Ik zie het in gemeenteleden die ondanks persoonlijke kwalen en kwetsbaarheid toch komen. Ik zie het in hen die zich inspannen voor de gemeente, in veel gevallen in hun schaarse vrije tijd! Op alle terreinen van gemeente-zijn, zie ik een gemeente die voor God wil leven! Gemeenteleden die, ieder met hun eigen stijl, op hun eigen wijze – en soms een eigenwijze stijl van God houden!


Daarmee wil ik de toon van deze preek zetten: ‘Ik zie in u een gemeente die van God houdt!’


Wat brengt mij hierop? Nou, dat het me trof tijdens de voorbereiding op deze preek. Want ook Paulus’ brief aan de Korintiërs is een brief die zogezegd ‘wat voeten in de aarde’ heeft. Paulus’ relatie met de gemeente van Korinte is een moeizamerelatie. Natuurlijk: dat plakken we niet één-op-één over. Het geeft enkel te denken: ‘Moeizame relaties in de kerk zijn van alle tijden.’ En toch schrijft Paulus dan in ons gedeelte heel positief over de gemeente. We staan stil bij vers 7 van het gedeelte dat we net lazen:

[DIA 2]


“In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.”

1 Korintiërs 12:7 (NBV)


Je ontdekt in dat vers dat iedereen in de gemeente wordt ingeschakeld door God. Ik hoop door deze preek je beseft: ieder lid, ieder deel van de gemeente bouwt aan het lichaam. Als je daar oog voor hebt – ‘in iedereen is de Geest aan het werk…’ – Als je die positieve insteek de basis laat zijn in de gemeente: ‘Moet je zien hoe veel goud er dan in onze gemeente zit!’


Dan zie je dat in iedereen Gods creatieve Geest aan het werk is. Daar denken we vanmorgen over na:

[DIA 3]


IEDEREEN ÉÉN CREATIEVE GEEST


#1. Iedereen begaafd

#2. Creatief gemeente zijn

#3. Hemel in het klein

[DIA 4]


#1. Iedereen is begaafd

Paulus maakt geen onderscheid. Iedereen. Geen uitzonderingen dus. Niemand kan zeggen: ‘Ik heb geen gaven om de gemeente op te bouwen.’ Want de Geest geeft gaven aan alle delen van het lichaam. Dat is wat anders dan te zeggen: ‘Ik weet niet welke gaven de Geest mij geeft.’ Dát kan natuurlijk wel het geval zijn. Dat je je wel wil inzetten, maar niet weet hoe of wat je kan doen. Of dat wel weet welke gaven je hebt, maar dat er geen ruimte voor lijkt binnen de gemeente.

[DIA 5 - ZWART]


‘Hoe zet ik mijn gaven in? En welke gaven heb ik eigenlijk?’ Dat zijn best belangrijke vragen. Zeker ook nu we jullie, Hermen en Merel, mogen bevestigen als ouderling en diaken. Want de gemeente heeft jullie gekozen. We weten dat God daarin de hand heeft. Dat Hij jullie, en ook de rest van de kerkenraad heeft gekozen, aangesteld. Efeziërs zegt dat zo mooi in hoofdstuk 4: de Here Jezus stelt vanuit de hemel werkers in de kerk aan. Daarvoor geeft Hij door Zijn Geest gavenaan jullie. Dat wil zeggen: genadegaven! Gaven die God geeft uit Zijn genade, uit Zijn goedheid, om niet.

[DIA 6]


Daarbij geloven we ook dat God niet alleen roept wie vaardig is. Hij maakt ook vaardig wie Hij roept. Dat is een zegen! We hoeven van jullie niet te verwachten dat jullie je werk perfect zullen doen. Jullie zijn mensen van vlees en bloed, zoals we dat allemaal zijn. Maar wanneer je je soms afvraagt: ‘Hoe moeten we dit doen?’ Weet dan: ‘Gods geest wil je toerusten!’ Daar mogen we Hem keer op keer om vragen. Samen bidden of Hij ons wil toerusten voor de opbouw van Zijn gemeente.

[DIA 7]


Maar als gemeente hoeven we dus niet alleen maar naar de kerkenraad te kijken. Want we hebben allemaal gaven voor de opbouw van de gemeente. Gaven die we linksom of rechtsom mogen inzetten. Daarin krijgen diakenen een bijzondere taak, staat in het bevestigingsformulier. Daar worden diakenen aangemoedigd: inventariseer de gaven in de gemeente en zet die in. Prachtig hoe daarin de opbouw van de gemeente iets van ons allemaal blijkt! Laten we elkaar daarin ook aansporen: ‘Ik zie in jou, in u echt goede gaven van onze Heer!’

[DIA 8]


Want iedereen is begaafd door de Geest. Door die Geest kunnen we creatief gemeente zijn.

[DIA 9]


#2. Creatief gemeente zijn

Met creatief bedoel ik meer dan vindingrijk. Ja, de Geest geeft vindingrijkheid. Hij leert ons gelovige oplossingen te vinden voor moeilijke dingen waar we voor staan. Hij drijft ons over grenzen die we zien. Maar in het woord creatiefzit ook het woord creatie – schepping! Want de heilige Geest is een scheppende, creërende Geest! Hij schept leven! Hij is de levenskracht bij de schepping van de wereld. Als God de mens heeft gemaakt blaast Hij hem de levensademin. En adem en Geest zijn in het Hebreeuws hetzelfde woord! Als God ademt, dan gebeurt er wat, want dan waait Gods Geest!

[DIA 10]


Dus waar de Geest is daar is leven! Daar is de boel in beweging, daar zie je nieuwe dingen ontstaan!


Zie je dat? Zie je dat het in onze gemeente leeft? Ik zie het! In een openluchtdienst, bijvoorbeeld, en de opkomst daar. Ik zie het in wie hier in de kerkzaal zitten. Ik zie het in de kijkcijfers onder de YouTube-video’s. En ja: ook in de opkomst en inbreng op gemeentevergaderingen. Want uit alles blijkt dat mensen begaan zijn! Ik zie het in alles wat er in de gemeente gebeurt! En ja, ik zie het ook in jullie, broers en zus, Kerkenraad en Diaconie. Want “In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.”

[DIA 11]


Vergelijk het met zo’n blauw-rood brilletje. Kijk je alleen door het blauwe glas, dan kleur alles blauw. Maar dingen die daadwerkelijk blauw zijn, die zie je niet meer. En met het rode glas precies zo. We hebben beide kleuren nodig om diepte te zien. Zo werkt het ook met de gemeente: we hebben alle gaven nodig die de Geest geeft. Niet alleen rode of blauwe, maar ook wit, groen en ja, zélfs geel.

[DIA 12]


De gaven van de Geest beperken zich niet tot enkelingen. En ze zijn net zo min vaag, maar juist concreet en zichtbaar. Het zijn geen vage, verborgen of ‘slapende’ eigenschappen. Dat betekent dus ook dat je je gaven niet hoeft te verstoppen. God geeft ze via jou aan de gemeente. Wel is het altijd zoeken: hoe zetten we ieders gaven in?

[DIA 13]


Maar zeker is: wanneer we ieders gaven inzetten zijn we een creatieve, een vindingrijke gemeente waar leven in zit, door de Geest! Dan bouwt God Zijn koninkrijk. Dat is: de Hemel in het klein.

[DIA 14]


#3. Hemel in het klein

Van dat creatieve werk van de Geest, daarvan zie je in het Oude Testament een prachtig voorbeeld. In Exodus 31:3 zegt God over Besaleël:

[DIA 15]


“Ik heb hem vervuld met goddelijke geest, met wijsheid, vakmanschap en inzicht op allerlei gebied.” 

Exodus 31,3 (NBV21)


In de gewone NBV staat daar ‘uitzonderlijke talenten’, maar de NBV21 vertaalt het letterlijker: ‘goddelijke geest’. Het is de Geest van God die de creativiteit, de vaardigheid en het inzicht geeft om de tabernakel te bouwen!


Die tabernakel – we hebben het er in de preken over Hebreeën wel over gehad. Die tabernakel is een voorafbeelding van de hemel. Maar ook: een verwijzing naar de hof van Eden.

[DIA 16]


Het is een verwijzing naar Gods komende koninkrijk. Het nieuwe Jeruzalem. Als gemeente worden we daartoe opgebouwd. Om hier op aarde een plek te zijn waar Gods glorie van afstraalt. Nu al een voorafbeelding van Gods hemelse koninkrijk!


Misschien denk je dan: ‘Dat is nog wel heel ver weg.’ Of zelfs: ‘Ik zie daar helemaal niks van.’ Begrijpelijk als je dat denkt, want we zijn er nog lang niet. Toch mogen we elkaar daarin niet voorspiegelen dat God hier niet zo werken. Hij is zichtbaar aan het werk! Hij geeft iedereen Zijn genadegaven! Laten we meewerken met de Geest om daarin op elkaar gericht te zijn. Om te benoemen: Hierin zie ik gaven die jij hebt. Laten we meewerken met de Geest, om elkaar op te bouwen. Om nooit in het negatieve te blijven hangen, maar elkaar op te bouwen.

[DIA 17]


Want hier in Gods gemeente zet Gods liefde de toon. Dat is het doel van Zijn genadegaven. Die zijn nooit alleen gericht op persoonlijk genot. Ze zijn niet voor enkelingen om hoger in aanzien te komen. Nee, Gods genadegaven maken niet de ongelijkheid tussen mensen groter, ze overbruggen die juist! God geeft Zijn genadegaven aan individuen zodat de gemeente wordt opgebouwd. Zodat het lichaam van Jezus Christus wordt opgebouwd.


Daarvoor geeft Hij ons allemaal één en dezelfde creatieve Geest.


AMEN

Deze preek in een dienst lezen?

Als je hieronder je contactgegevens invult dan stuur ik de presentatie, liturgie en preek met klikmomenten zo snel mogelijk op.

bottom of page